Interview Toinny Lukken in Kattenmanieren
Natuurlijk: er zijn einzelgängers die nauwelijks prijs stellen op menselijk gezelschap, maar in de regel mag je ervan uitgaan dat jouw kat het fijn vindt om aandacht van jou te krijgen. Dat kan door hem voer of een aai over zijn bol te geven, of door tegen hem te vertellen dat je ‘m lief vindt. Maar weet je wat pas echt mooi is? Écht contact met je kat.
Als katten voortdurend aandacht vragen, bijvoorbeeld door te miauwen of op je krant of toetsenbord te gaan liggen, of als katten dingen in huis kapotmaken, komt dat vaak doordat ze zich vervelen. Als jouw kat niet ophoudt jouw aandacht te vragen, zou je jezelf een belangrijke vraag moeten stellen: hebben jullie wel voldoende contact? Sommige katten hebben inderdaad bovengemiddeld veel behoefte aan liefde en aandacht, maar eerlijk is eerlijk: als jij niet in staat – of bereid bent om hem dat te geven, als jij je eigenlijk alleen maar ergert aan het feit dat je kat steeds contact zoekt, zou je je moeten afvragen of jij en je kat wel een goede match zijn. Heb zo’n kat die voortdurend bij jou in de buurt is en irriteer jij je daar mateloos aan? Ga eens even rustig zitten en vraag jezelf serieus af wat de reden kan zijn dat je kat jouw aandacht vraagt. Verveelt hij zich? Heeft hij trek? En ook niet onbelangrijk: hoe erg is het nou eigenlijk dat jouw kat je vertelt dat hij contact met je wil?
Heerlijk toch; jezelf aanpassen aan je kat?
Stel nou dat jij je voortaan voorneemt om elke dag wat quality-time met je kat door te brengen. Door met hem te spelen of: door met hem te trainen.
“Ik denk dat de kans groot is dat zowel de kat als het personeel daarvan opknapt”, vertelt Toinny Lukken. Toinny is een van de bekendste dierentrainers van ons land en eigenaar van de Dierentrainers Academie. “Katten zijn bijzondere dieren, ze zijn eigenzinnig en het valt niet altijd mee om met ze in contact te komen. Door met hem te trainen, kun je een warme band opbouwen met je kat. Trainen werkt welzijnsverhogend, zeker als het gaat om een kat die mensgericht is. Ik heb zelf heel veel verschillende soorten katten gehad: boerderijkatten, straatkatten en momenteel heb ik twee Maine coons. Het is vaak zo dat katten die afkomstig zijn uit een cattery, mensgerichter zijn dan bijvoorbeeld een ex-zwerver. Dat heeft te maken met socialisatie, maar ook met het ras. Mijn katten willen niets liever dan aandacht, maar ze kunnen ook duidelijk aangeven als ze even geen zin in me hebben. Wanneer ik aankom met mijn clicker en kattensnoepjes en ik krijg een boze blik en een korte, venijnige ‘miauw’ dan weet ik dat ik de boel wel weer in de kast kan leggen. Dan wordt het niks die dag. Zo werkt dat met katten: zij bepalen en het personeel past zich aan. Heerlijk toch, jezelf aanpassen aan je kat?”
Clickermethode
Om een kat te trainen heb je – naast je kat – twee zaken nodig: voedsel dat je kat zo lekker vindt dat hij er bij wijze van spreken een moord voor doet en een clicker. Tenminste: als je een ‘echte’ clicker wilt gebruiken. (Je zou namelijk ook een ander geluid kunnen gebruiken dat het geluid van de clicker vervangt). Toinny: “De clickermethode is een manier om dieren te trainen, puur op basis van beloning. Met het clickgeluid dat de clicker maakt kun je je kat precies op het juiste moment vertellen dat hij iets goed doet. Om te bereiken dat een dier het clickgeluid gaat associëren met ‘goed’, ga je conditioneren. Dit noemen we klassieke conditionering, (zie hieronder – red). Je koppelt het geluidje van de clicker aan het gewenste gedrag en leert je kat dat hij elke keer als hij een click hoort, een beloning krijgt. Bijvoorbeeld een snoepje. Om dat te bereiken click je, en direct daarna geef je je kat iets lekkers dat hij in één hapje of lik op heeft. Op een gegeven moment zie je dat je kat vol verwachting naar je kijkt als je clickt. Dan heb je het eerste deel van je doel bereikt.”
Zit!
Vervolgens kun je de kat iets leren met behulp van de clickermethode. Laten we ‘zitten’ als voorbeeld nemen. Toinny: “Als je je kat wilt leren zitten, help je hem met door hem – met behulp van een snack of kattensnoepje – in de zithouding te ‘sturen’. Haal het snoepje over zijn gezicht, via zijn neus naar zijn achterhoofd en de kans is groot dat hij gaat zitten. Vaak moet je dit in kleine stapjes trainen. Precies op het moment dat zijn kontje de grond raakt, click je en daarna geef je hem zijn snoepje. Als hij eenmaal de click en beloning kreeg voor het (toevallig) gaan zitten, gaat de kat op zoek naar een manier om die beloning nogmaals te krijgen. Dit noemen we operante conditionering. Zodra de kat nogmaals gaat zitten – eventueel na wat hulp van jou – krijgt hij weer precies op het goede moment de click en de beloning.
Vervolgens ga je het commando invoeren, op het juiste moment. Als de billetjes van de kat de grond raken, zeg je ‘zit’, je clickt en beloont. Dat oefen je, in die volgorde. Daarna haal je het commando naar voren, vraag je hem dus om te gaan zitten, waarna je clickt en beloont. Later kun je de clicker afbouwen door bijvoorbeeld met je stem te belonen. Wel af en toe met wat lekkers blijven belonen anders zal het gedrag uiteindelijk uitdoven. En wat ook belangrijk is: oefen niet te lang. Korte sessies van vijf tot maximaal tien minuten is meer dan genoeg. Hoe lang het duurt tot je kat de oefening goed uitvoert, daar valt echt geen peil op te trekken. Een van mijn Maine coons had het binnen een kwartiertje geleerd, maar er zijn ook katten die er maanden over doen om ‘zit’ onder de knie te krijgen.”
Conditionering
Mensen en dieren leren door een associatie te maken tussen een signaal, handeling of gedrag en het gevolg daarvan.
Bij klassieke conditionering leert het kat een verband te leggen tussen een aanvankelijk neutrale prikkel – iets dat hem als het ware overkomt – en het gevolg daarvan. Je kat reageert als het ware automatisch op die prikkel.
• Jij doet de deur van de koelkast open en je kat weet dat hij eten krijgt.
• De deurbel gaat en de kat schrikt.
Bij operante conditionering leert je kat een verband te leggen tussen zijn eigen gedrag; een handeling die hij uitvoert, en het gevolg daarvan op zijn omgeving. Gedrag met een aangenaam gevolg zal hij vaker uitvoeren. Dit doe je met een bekrachtiger of versterker.
• Een kat die alvast gaat zitten als hij ziet dat jij een stukje kaas in je hand hebt, omdat hij dat geleerd heeft.
• Jij zet de vervoersmand op tafel en je kat smeert ‘m naar zolder.
Bekrachtigen: gewenst gedrag neemt toe door het stimuleren van gewenst gedrag.
Positieve bekrachtiging – het toevoegen van iets prettigs (brokje geven als beloning, ‘braaf’).
Negatieve bekrachtiging — weghalen van iets onprettigs (je kat loslaten wanneer hij je krabt als je zijn buikje kamt).
Correctie: ongewenst gedrag neemt af door het ontmoedigen van ongewenst gedrag.
Positieve correctie – toevoegen van iets onprettigs (je kat steelt de kaas van je brood en jij spreekt hem bestraffend toe).
Negatieve correctie – weghalen van iets prettigs (je kat blijft maar miauwen om jouw aandacht en jij negeert hem compleet of loopt weg).
Belangrijk:
Verwar positief of negatief niet met ‘goed’ of ‘slecht’. Bij positief voeg je iets toe en bij negatief haal je iets weg.