Nicolette Bloemendaal en Eline van den Eijkel

Ieder dier is uniek en heeft baat bij een individuele aanpak.

Eline van den Eijkel kwam in 2011 als stagiair naar Dierentehuis Stevenshage in het kader van haar opleiding Dierenhouderij: management dierverzorging. Ze bleef als zomerkracht, kwam terug als stagiair en kwam in 2016 in vaste dienst. Tussendoor werkte ze in diverse dierenasielen in zowel honden- als katten- en konijnenverzorging en bij een manege voor mensen met een beperking. Ook volgde ze een aantal modules van de opleiding tot hondengedragstherapeut.
Bij Stevenshage is Eline samen met een collega verantwoordelijk voor de asielkatten afdeling. Samen met Nicolette doorliep ze alle modules aan de Dierentrainers Academie en studeerde in 2022 af als Expert Dierentrainer. In het asiel is ze coördinator voor de trainingen van de asieldieren (zowel honden als katten als af en toe een konijn) en neemt regelmatig zelf de clicker ter hand.

Nicolette Bloemendaal (1964) is van oorsprong Japanoloog en kwam in 1994 terecht bij de Tinton Falls Humane Society, een dierenasiel in New Jersey (VS). Na terugkomst in Nederland meldde ze zich als vrijwilliger bij het plaatselijke asiel, Dierentehuis Stevenshage. In 2001 rondde ze een opleiding Veterinaire Natuurgeneeskunde af bij Instituut Silverlinde in Breda.
In 2003 trad ze in vaste dienst bij Dierentehuis Stevenshage en sinds 2013 is ze er beheerder. Samen met Eline coördineert zij de trainingsplannen voor de dieren.

De laatste jaren is er een trend merkbaar waarbij er minder dieren naar het asiel worden gebracht, maar meer dieren met probleemgedrag. Hierdoor ligt er een grotere uitdaging voor de asielmedewerkers om dit gedrag om te buigen naar ander, meer aanvaardbaar gedrag én om nieuwe eigenaren te informeren over de juiste aanpak voor zijn of haar nieuwe dier. Door ‘probleemgedrag’ te begrijpen is vaak al de helft van de oplossing gevonden.

Bij Dierentehuis Stevenshage is het uitgangspunt is dat ieder dier uniek is en dus baat heeft bij een individuele aanpak. Het hele dier komt daarbij aan bod: fysieke aspecten als voeding, medische behandelingen en passende lichaamsbeweging. Een aanzienlijk percentage ongewenst gedrag is immers terug te voeren op fysieke ongemakken. Op mentaal vlak is het zoveel mogelijk verminderen van stress de grootste opgave. Hiervoor gebruiken we voerpuzzels, individuele aandacht, spelletjes en gedragstraining. Het woord ‘holistisch’ is hier zeker van toepassing.
De individuele aanpak komt ook tot uiting in de zoektocht naar een nieuw baasje; we zoeken een mens bij het dier en niet andersom.